De adel in Noord-Brabant, 1814-1918

Klaasje Douma uit Heeze is woensdag 16 december 2015 gepromoveerd aan de Universiteit van Tilburg op een proefschrift over de Noord-Brabantse adel. Haar bevindingen zijn vanaf dat moment ook verkrijgbaar in boekvorm. ‘De adel in Noord-Brabant, 1814-1918’, luidt de titel van het lijvige boekwerk.

Klaasje Douma, penningmeester van de heemkundekring De Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten, studeerde cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit.
Ze rondde deze studie in 2002 af met de scriptie ‘De bewoners van kasteel Heeze van 1796 tot 1901’. Als een zogeheten buitenpromovendus aan de Universiteit van Tilburg nam ze daarna de Noord-Brabantse adel in de periode 1814-1918 onder de loep. ‘De studie is uit hobby geboren. Ik ben hier zo’n dertien tot veertien jaar mee bezig geweest’, vertelt Douma. Het onderzoek naar de Brabantse adel deed ze in haar vrije tijd, naast vele andere activiteiten. Haar proefschrift verschijnt ook als boek. Het lijvige boekwerk telt ruim vijfhonderd pagina’s en wordt uitgegeven door de stichting Zuidelijk Historisch Contact (ZHC).

Hoe Brabants én adellijk was de Brabantse adel en welk beeld bestond er van ‘Brabant’ in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw? Dat zijn de twee belangrijkste vragen die worden beantwoord in de studie van Douma. ‘Het is eigenlijk voor het eerst dat er historisch onderzoek naar de Brabantse adel is verricht’, vertelt de Heezerse, die onder meer de rol en identiteit van de nieuwe adel in de eveneens nieuwe provincie heeft belicht.

Douma: ‘Bij het woord adel denken veel mensen aan de middeleeuwen. Mijn onderzoek richt zich echter op de Brabantse adel vanaf 1814.’ De adellijke stand maakte toen zijn rentree in Brabant. Douma vervolgt: ‘Toen Willem II in 1813 terugkeerde in Nederland was er eigenlijk geen adel meer in Brabant.’ De nieuwe grondwet van 1814 voorzag in het herstel van de adel, die vanaf dat moment grote invloed kreeg op de samenstelling van de Provinciale Staten. Indirect kozen edelen ook de leden van de Tweede Kamer. Douma: ‘Hun invloed was hier echter lang niet zo groot als in andere provincies. Al voorzichtig vanaf 1848 en sterker vanaf 1917 toen de eerste vrije verkiezingen met algemeen kiesrecht voor mannen werden gehouden, kwam er een einde aan deze voorrangspositie.’

Uit het onderzoek van Douma blijkt onder meer dat de adel in Brabant een kleine club was. Daarnaast was het vooral een mannenbolwerk. Een kleine vierhonderd mannen passeerden de revue tijdens het speurwerk. Douma: ‘Dat zijn er relatief weinig, zeker in vergelijking met andere provincies zoals Gelderland. De familie Van Tuyll van Serooskerken, waarover ik al veel informatie had, is een van weinige families die al van voor 1814 tot de adellijke stand behoorde. Bijzonder is ook dat de familie nog steeds in Heeze woont. Van de overige Brabantse adel uit de periode vóór 1800 is niet veel overgebleven. Veel families zijn uitgestorven of vertrokken.’

Douma deed onder meer onderzoek in familiearchieven. Ook spitte ze de ledenlijsten van elitaire verenigingen door, zoals de Ridderschap van Noord-Brabant. Douma: ‘Ik vind het fantastisch dat het boek er nu ligt. Dat is toch wel een mijlpaal. Het leukste onderdeel van mijn studie is echter het speurwerk in de archieven.’

Een van de conclusies die de Heezerse na haar onderzoek trekt is dat de Brabantse adel bescheiden van aard was. Douma: ‘Ik heb steekproefsgewijs de uitgaven van een aantal huwelijken en uitvaarten met elkaar vergeleken. De bedragen die daaraan werden uitgegeven zijn redelijk bescheiden. Ook zijn er in Brabant relatief weinig kastelen te vinden. De adel in deze provincie concentreerde zich voornamelijk in of rond de grote steden, zoals Den Bosch of Eindhoven.’

De meeste mensen die lid werden van de Brabantse adel vroegen dit zelf aan. Douma: ‘Niet iedereen kwam hiervoor in aanmerking. Je moest wel uit een bepaald milieu komen. In het begin kwamen veel nieuwe edellieden van buiten de provincie. Zij waren voornamelijk van protestantse afkomst. Vanaf de jaren vijftig van de negentiende eeuw kwamen er echter steeds meer katholieke edelen van Brabantse oorsprong. Deze mensen voelden zich echt Brabander en droegen dit gevoel ook uit.’

 

Bron: Eindhovens Dagblad

Laat een bericht achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.